De afzetprijzen van de Nederlandse voedingsindustrie zijn in oktober dit jaar in vergelijking met oktober vorig jaar met 10,8 procent gestegen. In januari dit jaar waren de afzetprijzen nog stabiel. Nu de prijzen in Nederland op bijna alle fronten recordniveaus aantikken door o.a. stijgende prijzen van energie, grondstoffen en vervoer, blijven de prijzen van de voedingsindustrie hier niet bij achter. Een stijging met dubbele cijfers is in de CBS-cijfers van de laatste tien jaar niet terug te vinden. Zowel in het binnen- als in het buitenland stegen de afzetprijzen van de Nederlandse voedingsindustrie met lang niet vertoonde percentages. Dit blijkt uit een analyse van recente CBS-cijfers door onze redactie.
In alle branches van de voedingsindustrie waren de afnemers in oktober duurder uit. Het meest stegen de prijzen in de spijsoliën- en vettenindustrie (+33,0 procent), de diervoederindustrie(+17,8 procent) en de slachterijen en vleeswarenindustrie (+13,7 procent). Veel kleiner waren de prijsstijgingen in de brood- en deegwarenindustrie (+0,4 procent), de groente- en fruit verwerkende industrie (+1,0 procent) en de meelindustrie (+2,5 procent).
De afzetprijzen, die de voedingsindustrie in het binnenland in rekening brengt, stegen in oktober met 13,2 procent. In het buitenland groeiden de afzetprijzen minder hard (+8,5 procent). Alle branches van de voedingsindustrie tonen hetzelfde beeld: grotere prijsstijgingen in het binnenland dan in het buitenland. De grootste verschillen (4 procentpunt) deden zich voor bij de slachterijen en vleesverwerkende industrie en de visverwerkende industrie. De kleinste (hooguit 1 procentpunt) bij brood- en deegwarenindustrie en de groente- en fruit verwerkende industrie.
Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2021