De Nederlandse landbouwexport heeft in 2023 een bescheiden groei doorgemaakt. Uit cijfers van Wageningen Economic Research (WEcR) en het CBS blijkt dat er voor €123,8 miljard aan landbouwgoederen is geëxporteerd. Dit is een stijging van 1,6% ten opzichte van het jaar daarvoor. Deze groei is echter vooral te danken aan prijsstijgingen, aangezien het exportvolume daalde.
Tegelijkertijd nam de import van landbouwgoederen af met 3,3%, tot een waarde van €83,9 miljard. Deze cijfers zijn gepubliceerd in een jaarlijks onderzoek uitgevoerd door WEcR en het CBS, in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Minister Piet Adema benadrukt de innovatieve en invloedrijke rol van Nederland op de wereldmarkt voor agrofoodproducten en de noodzaak deze te behouden tijdens de overgang naar duurzame landbouw.
De Nederlandse handel in landbouwgoederen concentreert zich sterk binnen de Europese Unie. Uit de gegevens blijkt dat 71% van de export en 61% van de import binnen de EU plaatsvindt. Het aandeel van de export naar EU-landen nam toe met 2,5%. Duitsland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk zijn de belangrijkste bestemmingen voor de Nederlandse landbouwexport.
De grootste bijdrage aan de exportwaarde kwam van producten als zuivel en eieren, sierteeltproducten en vlees. Bij de import waren natuurlijke vetten en oliën, fruit en dranken de belangrijkste productgroepen. Interessant is dat een aanzienlijk deel van de Nederlandse landbouwimport uiteindelijk weer wordt geëxporteerd.
De oorlog in Oekraïne heeft ook zijn weerslag op de Nederlandse landbouwhandel. Sinds de Russische inval in februari 2022 is de export van landbouwgoederen naar Rusland verder gedaald. Tegelijkertijd is er een lichte stijging waargenomen in de import van landbouwgoederen uit Oekraïne. Deze ontwikkelingen tonen aan hoe geopolitieke gebeurtenissen invloed kunnen hebben op de internationale handel, met name in sectoren zoals de landbouw.
Bron: Rijksoverheid