Klimaatimpact van vleesconsumptie beperken
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Klimaatimpact van vleescon­sumptie beperken

  • 09 april 2018
  • Door: Theo Verkleij & Jan Broeze , Wageningen Food & Biobased Research

Wereldwijd de voedselvoorziening verduurzamen is een grote uitdaging. Het agro-voedselsysteem moet een steeds grotere vraag bedienen door de groeiende wereldbevolking. Bovendien ontstaat er een nieuwe vraag naar non-food producten op basis van biomassa. 

De toenemende wereldbevolking en de welvaartsgroei in niet-westerse landen leidt tot een grotere vraag naar hoogwaardige voeding, in het bijzonder naar meer vlees. Een FAO rapport (2012) laat zien dat, hoewel in ontwikkelde landen de consumptie van vlees per persoon afneemt, dit blijft in ontwikkelingslanden jaarlijks toenemen. Voor de totale mondiale vraag verwacht men nog decennialang een groei van de vleesconsumptie. Ondertussen wordt steeds meer duidelijk dat (veel) vlees eten niet zo duurzaam is. De productie en consumptie van dierlijke eiwitten is verantwoordelijk voor een forse uitstoot
van broeikasgassen (zie taartdiagrammen). De overheid maakt zich steeds drukker over duurzaamheid in relatie tot consumptie. Ook het maatschappelijk bewustzijn dat we beter voor de planeet moeten zorgen, groeit. De cultuuromslag gaat traag, maar is onmiskenbaar in gang gezet.

Meer plantaardig

Er wordt stevig ingezet op een (gedeeltelijke) omslag in het consumptiepatroon van de westerse wereld naar minder, gezonder en duurzamer. Meer plantaardige en minder dierlijke eiwitten (zoals ook wordt geopperd in het rapport ‘Naar een meer plantaardig voedingspatroon’ van het Voedingscentrum, 2018). De verwachting is dat binnen de EU de vleesconsumptie nog steeds zal stijgen, maar het aandeel rood vlees daarin minder wordt. Die porties worden deels vervangen door wit vlees en mogelijk door andere eiwitbronnen. Ook is er een verschuiving van vlees naar ‘vleesproducten’ en zien we al een groei naar meer hybride producten (die uit zowel vlees als vegetarische componenten bestaan). Deze laatste benutten het positieve van de nutritionele waarde van eiwitten in vlees (essentiële aminozuren, ijzer en vitamine B12) met het voordeel van de verzadiging die plantaardige voedingsvezels opleveren. Bovendien leveren ze minder energie; bijzonder nuttig bij het aanpakken van overgewicht. Deze producten hebben een lagere klimaatbelasting dan zuiver vlees. 

Meer dan dierenwelzijn

Verduurzaming van vlees is in onze maatschappij vooral gericht op dierenwelzijn. Ruim 98% van het ‘duurzame vlees’ is gelabeld met het ‘beter leven’-kenmerk, aldus de Monitor Duurzaam Voedsel 2016. Maar naast de focus op dierenwelzijn zijn er ook andere duurzaamheidsindicatoren die dringend aandacht verdienen. Denk aan land- en watergebruik en de uitstoot van broeikasgassen. Inzetten op het beperken van verlies en verspilling (zowel in de keten als bij de consument) kan winst op deze vlakken opleveren, evenals het beperken en voorkomen van inefficiënte in de keten. Immers, elke kg vermijdbaar productverlies staat voor een zekere uitstoot van CO2 en landgebruik. Denk bijvoorbeeld aan oplossingen voor het verlengen van de houdbaarheid, vermindering van vochtverlies en aan een betere verwaarding van het hele dier. Welke maatregel je ook inzet; er moeten voortdurend essentiële afwegingen gemaakt worden. Wat levert het op? Een lagere bewaartemperatuur, langer bewaren en de houdbaarheid verbeteren, kosten meer energie. Leveren deze investeringen wel duidelijk meer milieuwinst op doordat verlies en derving fors wordt teruggedrongen? Dit is in concrete cijfers te vatten. 

 ________________

Effecten van lagere bewaartemperatuur
Voordelen: langere houdbaarheid en daardoor minder verliezen in retail. Door een lager percentage verspilling hoeft minder geproduceerd te worden. Dus per kg product gekocht door de consument hoeft minder aangevoerd te worden.
Kosten: dieper koelen tot rond of net onder het vriespunt vergt 10 tot 20% extra energie in de koelketen en in het retailschap. Bovendien zal een extra bewaarduur in het retailschap ook extra energie vergen. Netto-effecten worden voor een denkbeeldig scenario in onderstaande tabel kwantitatief weergegeven.

 
Referentie-data
Keten met
verlaagde bewaartemp.

Agrarische productie + slacht
10
9,8
Verpakkingsmateriaal
0,08
0,08
Koeling in de keten excl. retail
0,006
0,007
Koeling in retail
0,06
0,18


Vergelijking van klimaatimpact voor vlees voor gangbare condities en met verlaagde temperatuur (CO2-equivalent per kg verkocht vlees). Hierbij is uitgegaan van een gemiddelde klimaatimpact voor rundvlees, varkensvlees en pluimveevlees, een typische verpakking en gangbare bewaarperiodes en verliezen langs de keten. Ook het effect van de bewaarduur op productverspilling in het retail-schap is geschat.

 ________________

Innovaties

Continu staat de vleessector voor de uitdaging om wetenschappelijke kennis slim toe te passen en nieuwe technologieën in te zetten om efficiënter, zuiniger en duurzamer te werken. De afgelopen decennia zijn er grote stappen gezet: er zijn nauwkeurige en snellere meetsystemen ontwikkeld en nieuwe verhittingstechnieken ontworpen waardoor er meer voedingsstoffen in het product blijven. Vision systemen helpen bij het nauwkeuriger portioneren en beperken van beschadigingen en productieverlies. Door betere verpakkingsconcepten zijn de houdbaarheid en veiligheid van de producten sterk verbeterd. Al met al leveren de innovaties in automatisering, digitalisering en robotisering een betere benutting op van het product en nevenstromen, en dragen zo bij aan het verhogen van de productie en vermindering van productverliezen. 

Actuele onderzoeksonderwerpen zijn:

  • Het vinden van nieuwe mogelijkheden om nevenstromen te verwaarden in voeding, veevoeders of non-food toepassingen;
  • Het opwaarderen van toepassingen van nevenstromen, te gebruiken voor bijv. humaan voedsel in plaats van veevoeder; 
  • Het intelligenter maken van gerobotiseerde/vision-systemen, voor het verbeteren van o.a. de efficiëntie van vleesverwerking;
  • Beter voorspellen van de producthoudbaarheid, o.a. door gebruik te maken van houdbaarheidsvoorspellende modellen. 

Dat het produceren en consumeren van vlees een grotere klimaatimpact heeft dan produceren en consumeren van de meeste groenten, wordt breed onderschreven. Bijzonder is dat in de praktijk dezelfde oplossingen voor het verlengen van de houdbaarheid worden gekozen: (gas)verpakken in combinatie met koeling. Vlees en groente hebben een vergelijkbare shelf-life. Uit data van Mena¹ blijkt dat de verliescijfers in de retail van beide productcategorieën vergelijkbaar zijn. Terwijl vleesproductie een  veel grotere klimaatimpact heeft dan de productie van groenten, worden in de keten voor vlees en gesneden groente vergelijkbare hoeveelheden energie en verpakkingsmateriaal gebruikt. Figuur 1 toont schattingen voor de klimaatimpact van verschillende schakels in de ketens voor vlees en voor gesneden groente. Bij een gemiddeld verlies van 10% in de keten voor beide producten, is de klimaatimpact als gevolg van dat verlies voor vlees veel hoger dan voor de groente. Kortom; maatregelen om verspilling tegen te gaan zijn het meest relevant voor vleesketens en vanuit duurzaamheidsperspectief al snel rendabel. 

www.wur.nl

Taartdiagram 1: Klimaatimpact 'broodje vegaburger' ongeveer 0,4 kg CO₂-eq. per portie
Taartdiagram 2: Klimaatimpact 'broodje hamburger' ongeveer 3,5 kg CO₂-eq. per portie

1 MENA, C., B. ADENSO-DIAZ & O. YURT (2011): THE CAUSES OF FOOD WASTE IN THE SUPPLIER–RETAILER INTERFACE: EVIDENCES FROM THE UK AND SPAIN, RESOURCES, CONSERVATION AND RECYCLING 55, PP. 648–658


Bron: © JEZPER/SHUTTERSTOCK.COM