Albert Heijn is een groot voorstander en ondersteuner van het programma DatakwaliTijd 2.0 van GS1 en eist van zijn leveranciers dat zij voldoen aan de voorwaarden die in dat programma worden gesteld. Alleen dan kunnen retailers en leveranciers optimaal voldoen aan de wensen van consumenten, meent Marit van Egmond, commercieel directeur van Albert Heijn.
“Technologie speelt een grote rol in het proces en het streven van Albert Heijn om elke dag weer lekkere, gezonde, duurzame en betaalbare producten in de schappen te hebben liggen. Albert Heijn speelt in op die ontwikkeling, onder meer door het steeds vernieuwen van het assortiment, met spaaracties én met productdata. Want alleen als de productinformatie juist is, kan de consument de beste keuze maken.’’
Van Egmond: “De ontwikkelingen op het gebied van technologie gaan razendsnel. Dat zien we bij onze klanten. Die zoeken tegenwoordig met hun smartphone naar informatie over producten: hoe duurzaam is het, welke allergenen zitten erin, waar is het geproduceerd?“ Het is de belangrijkste reden waarom Albert Heijn van al zijn leveranciers verlangt dat zij voldoen aan de eisen die worden gesteld in het programma DatakwaliTijd 2.0. “We willen heel graag dat onze leveranciers meedoen aan DatakwaliTijd 2.0 en we hopen dat zij dat zelf ook willen. We snappen wel dat het veel van hen vraagt, maar het is erg belangrijk, zeker omdat we werken met heel veel leveranciers wereldwijd. Het is daarom noodzakelijk om samen één standaard te gebruiken en één werkwijze om een goede datakwaliteit te bereiken. Dat werkt sneller, makkelijker en efficiënter.“
“Ze vegen de offline- en onlinewereld gewoon bij elkaar, daar zit voor de consument geen verschil meer tussen.”
De zorg van Marit van Egmond zit ‘m in het feit dat de kwaliteit van de data nu nog niet in orde is. “De data die leveranciers via GS1 Data Source aanleveren, zijn niet altijd juist. Ze zijn onvolledig, niet actueel of gewoonweg fout. Ik wijt dat overigens vooral aan de onwetendheid van leveranciers over het belang van kwalitatief goede data. De klant vraagt steeds meer om transparantie en betrouwbaarheid. Dus als de receptuur van een product verandert, moet dat onmiddellijk worden aangepast. Als er iets verandert in de allergenen, dan is het cruciaal dat die gegevens worden aangepast. Het is van groot belang voor retailers én producenten dat die data kloppen, anders haakt de klant af.’’
“Voor Albert Heijn zelf is het ook belangrijk dat leveranciers hun data op orde houden. Met name voor verpakkingen is het belangrijk dat de gegevens over bijvoorbeeld afmetingen kloppen. Zo niet, dan kan het zijn dat zo’n product ineens letterlijk niet meer in het schap past. Wij hebben daar dan last van. Bovendien gaat er erg veel tijd en werk zitten in het corrigeren van foutieve data. Beter is het om het in een keer goed te doen!’’
Je zou kunnen zeggen dat productdata de nieuwe p is in het setje p’s in marketing (price, promotion, product & concept innovation, presentation, product data en -quality). Van Egmond vindt dat dit wel klopt, omdat volgens haar klanten vragen om goede productinformatie. “Productinformatie op verpakkingen wordt veel beter gelezen dan vroeger. Mensen zijn nieuwsgieriger geworden en willen met eigen ogen zien wat er in een product zit. Dat geldt overigens niet alleen voor producten van Albert Heijn. Klanten zoeken op internet naar informatie en antwoorden en gaan vervolgens naar de winkel. Ze vegen de offline- en onlinewereld gewoon bij elkaar, daar zit voor de consument geen verschil meer tussen.”
Juist omdat Albert Heijn (de kwaliteit van) productdata zo belangrijk vindt, is het bedrijf zeer actief betrokken bij het datakwaliteitprogramma van GS1. Van Egmond: “Wij zijn ambassadeurs van het programma en werken actief mee aan de opzet en de ontwikkeling ervan. Samen met andere branchepartners bedenken we hoe we het programma steeds verder kunnen optimaliseren.’’
Albert Heijn werkt nauw samen met leveranciers aan de verhoging van de kwaliteit van productinformatie. “We moeten (blijven) uitleggen wat het belang is en hen helpen het beter voor elkaar te krijgen. Iedereen ziet het nut er wel van in, maar vaak heeft men onvoldoende in de gaten wat de impact van een datafout betekent voor de informatie naar de klant toe.’’Dit is meteen de grootste uitdaging voor Van Egmond. “Ik ben pas tevreden als de kwaliteit volledig goed is en de data actueel zijn. Ik wil heel graag dat leveranciers het belang van goede productdata nog beter gaan omarmen. Dat gaat een keer gebeuren, dat hoop ik serieus.”
Bron: © GS1