Een opeenstapeling van hogere kosten in verschillende schakels van de keten zorgt voor een historische stijging van de afzetprijzen in de levensmiddelenindustrie. De komende periode zullen een aantal van deze kosten naar verwachting licht dalen. Zo zijn de kosten voor containervervoer al aan het dalen en nemen ook de wereldprijzen voor agrarische grondstoffen af. Beide kostenposten zullen voorlopig echter nog wel op een hoog niveau blijven.
Hoewel de kosten al langere tijd toenemen blijkt uit een enquête van het CBS dat veel ondernemers hun kosten in elk geval voor een deel door kunnen berekenen in de afzetprijzen. Die groep is echter wel kleiner geworden sinds het eerste kwartaal van dit jaar. Zo gaf in het eerste kwartaal van dit jaar ongeveer 50 procent van de ondernemers aan dat ze hun hogere kosten grotendeels nog wel door konden berekenen, in het derde kwartaal van het jaar was dit aandeel gedaald naar 44 procent. Dit zet de toch al lage marges in de sector verder onder druk en beperkt de budgetten voor bijvoorbeeld innovatie en verduurzaming.
Uiteraard verschilt de ruimte om hogere kosten door te geven aan de volgende schakel van de keten per bedrijf. Zo kan de positie in een productieketen een rol spelen in de onderhandelingsmacht. Wanneer een enkel bedrijf voor een groot deel de schappen van een supermarkt bevoorraadt, hebben supermarkten weinig uitwijkmogelijkheden. De onderhandelingspositie van de leverancier is dan sterk. Daarnaast zijn er bedrijven die hele specifieke producten leveren waar een supermarkt niet zonder kan. Dit zijn vaak merkproducten waar consumenten aan gehecht zijn en een vaste plek in de boodschappenmand hebben. De relatie tussen leverancier en supermarkten is door de uitzonderlijke situatie waar bedrijven zich nu in bevinden aan verandering onderhevig. De trend naar meer kortlopende contracten waarbij prijzen tussentijds aangepast kunnen worden zet door.
Met name kleinere levensmiddelenproducenten, zoals lokale bierbrouwers en bakkers, worstelen met de hogere kosten. De kans is echter groot dat meer bedrijven moeite gaan krijgen met het doorberekenen van de hogere kosten. Dit komt doordat de komende periode meer vaste energiecontracten aflopen, terwijl de energieprijzen hoog blijven. Daarnaast zullen consumenten, door hun lagere koopkracht, de komende periode kritischer zijn waar en aan wat ze hun geld uitgeven. Het doorberekenen van hogere kosten stuit daardoor op de grens van wat consumenten kunnen betalen. Het vraagt van leveranciers meer dan ooit inzicht in de kostprijs per product, afnemer of afzetkanaal.
Bron: ABN AMRO