Het té snel vervangen van certificatie door keiharde EU-wetgeving werkt averechts: ontbossing neemt toe. Bij strenge importwetgeving komt Europa op de wereldmarkt buiten spel te staan, waarschuwt Nevedi-directeur Henk Flipsen.
De Nederlandse diervoedersector maakt zich grote zorgen over het afkalvend draagvlak voor Europese certificatie van ontbossingsvrije soja. Henk Flipsen: “Als dit dunne reddingslijntje breekt, is 15 jaar strijd tégen ontbossing en vóór duurzame soja voor niets geweest.”
Flipsen legt uit dat de structuur van de soja-productie versnipperd is over talloze boeren. “Deze bedrijven hebben een behoorlijke omvang en mechanisatiegraad. Het zijn doorgaans moderne bedrijven met vakkundig management, maar worden voor verduurzaming niet gesteund door hun landsregering. Door de administratieve last van strengere regelgeving, en de bijkomende kostenverhogingen, zullen deze sojaboeren de duurzame productie opgeven. Zij gaan hun soja leveren aan landen die geen duurzaamheidseisen stellen, zoals China. China importeert jaarlijks 100 miljoen ton soja voor diervoeder, de Europese Unie ‘slechts’ 35 miljoen ton. Nederland gebruikt ongeveer 1,8 miljoen ton voor verwerking in het diervoer. En de vraag uit China stijgt ieder jaar met 17 procent. Het verlies voor de boeren van de Europese markt is binnen enkele jaren gecompenseerd door de groeiende afzet op de Chinese markt.”
Nevedi pleit daarom voor verbetering en doorontwikkeling van bestaande soja-certificatiesystemen en verplichtstelling daarvan op Europees niveau.
Alle soja die in Nederland wordt verwerkt, wordt al gedekt door een certificaat Voor Nevedi is dit het ‘Book & Claim’-certificaat. Vergelijk dit met het zwem ABC. De basis is het diploma A: de verwerker weet zeker dat voor zijn partij soja ergens ter wereld een equivalent duurzaam is geteeld.
Het B-diploma ‘Mass-Balance’ gaat een stap verder: op dit certificaat staat ook hoeveel procent van een bepaalde partij met zekerheid duurzaam is geproduceerd. “Wij zijn inmiddels al zo ver dat we in bepaalde gevallen daar ook een regionale herkomst aan koppelen,” aldus Flipsen.
Het certificaat waarop staat dat een partij soja duurzaam is én van welke producent hij afkomstig is, is het ‘Full- Segregation Certificaat’. Ofwel het C-diploma.
Dit Full Segregation lijkt een logisch streefdoel. Toch is het niet realistisch om deze certificeringsvorm nu te verplichten voor alle geïmporteerde soja in Nederland, vindt Nevedi. Daarvoor legt ons land met een jaarlijkse import van 1,8 miljoen ton te weinig gewicht in de schaal. Ook als alle andere Europese landen mee gaan doen, blijft de vraag uit Europa aanzienlijk achter op die van andere continenten.
Het gevolgd zou zijn dat de export zich verplaatst naar landen buiten Europa: die geen duurzaamheidseisen stellen. Op die manier spannen we het paard achter de wagen, vindt Flipsen. “We laten de welwillende sojaboeren die afgelopen jaren hun bedrijven hebben verduurzaamd zitten. Ondertussen gaat de uitbreiding van sojateelt en ontbossing zonder invloed van Europa gewoon door. Europa heeft dan bovendien onvoldoende eiwitten om varkens, koeien en kippen te kunnen voeden.
“Certificatie gaat langzamer, maar beklijft”, is de overtuiging van Henk Flipsen. “Dat doen sojaproducent en de sojaverwerker sámen. Beiden kunnen vertrouwen op een systeem dat garandeert dat de duurdere duurzame sojabonen ook daadwerkelijk kunnen worden afgezet. Ook wij willen dus honderd procent ontbossingsvrije soja. Ons doel is hetzelfde, de weg erheen verschilt. Wij willen dit bereiken in samenwerking met de sojaboeren in de Amazoneregio. Doen we dat niet, dan haken ze af. En gaat de ontbossing keihard door”.
Bron: Nevedi