Door het Europese voedselsysteem anders in te richten, kan 44% minder landbouwgrond nodig zijn en kan de uitstoot van broeikasgassen met 70% dalen. Deze resultaten zijn afkomstig van modelberekeningen door promovendus Wolfram Simon van Wageningen University & Research, gepubliceerd in Nature Food. Het onderzoek combineert circulaire landbouw en de eiwittransitie, waarbij plantaardige eiwitten dierlijke eiwitten vervangen.
Simon’s berekeningen laten zien dat een volledig plantaardig dieet niet per se het beste is voor de planeet. Een optimale consumptie van 40% dierlijk eiwit blijkt duurzamer te zijn. Dierlijke producten leveren namelijk essentiële voedingsstoffen en dieren kunnen plantaardige reststromen verwerken. Dit nieuwe voedselsysteem vereist minder eiwitconsumptie en een focus op eiwitbronnen met een lagere milieu-impact, zoals het telen van gewassen op de meest geschikte locaties en het hergebruiken van organisch afval.
De verschuiving naar een duurzamer voedselsysteem betekent ook een verandering in ons dieet. Meer kip en vis en minder rundvlees, zuivel en eieren. Rundveehouderij kost veel grond en stoot veel methaan uit. Vermindering van rundvleesconsumptie draagt bij aan duurzaamheid. Een belangrijke manier om dit te bereiken is de teelt van meer peulvruchten, zoals sojabonen, die stikstof uit de lucht kunnen fixeren en kunstmestgebruik verminderen. Dit onderzoek biedt concrete data voor beleidsmakers om beter onderbouwde beslissingen te nemen voor een duurzamer landbouw- en voedselsysteem.
Bron: Wageningen University & Research