Met een productieaandeel van 21% in de totale industriële productie, is de voedings- en drankensector de grootste industriële sector in Nederland. Onder andere met de toenemende export heeft de levensmiddelenindustrie haar grote bijdrage aan de Nederlandse economie verder versterkt. Dat laat de jaarlijkse ‘Monitor Levensmiddelenindustrie’ van de FNLI zien.
Het rapport gaat over de ontwikkelingen van vóór de COVID-19-pandemie. De cijfers van 2019 tonen een beeld van continuïteit en groei. Uit een enquête onder leden van de FNLI blijkt al wel dat 2020 een heel ander beeld laat zien. Een deel van de bedrijven in de levensmiddelenindustrie is stevig geraakt door de coronacrisis: vooral bedrijven die aan horeca of andere out of home-kanalen leveren. Tegelijkertijd zijn er ook bedrijven die juist hebben geprofiteerd. Het gaat dan met name om bedrijven die (hoofdzakelijk) leveren aan supermarkten en speciaalzaken. De impact op de werkgelegenheid was (nog) relatief beperkt in de eerste helft van 2020.
De crisis heeft duidelijk gemaakt hoe belangrijk de stabiliteit van de levensmiddelenindustrie is voor Nederland. Het afgelopen jaar heeft de voedings- en drankensector laten zien de continuïteit van productie en levering ook onder zeer moeilijke omstandigheden te kunnen waarborgen.
De groei van het aantal kleine bedrijven (< 10 werknemers) zette door (van 3.285 bedrijfjes in 2011 tot 5.610 in 2020). Ook het aantal grote bedrijven (> 250 werknemers) groeit sinds 2017 gestaag in aantal: van 60 in 2017 naar 80 in 2020.
Meer lezen over de kostenontwikkeling, concurrentiepositie en het economisch belang van de levensmiddelenindustrie?
De ‘Monitor Levensmiddelenindustrie’ is digitaal beschikbaar via www.fnli.nl
Bron: FNLI