Het Adviescollege Stikstofproblematiek stelt dat het streven van het kabinet om de stikstofuitstoot in 2030 te verminderen met 26% onvoldoende is. De stikstofuitstoot moet volgens het Adviescollege in 2030 minstens gehalveerd worden, voor herstel van de natuur. Maandag 8 juni 2020 presenteerde de commissie het eindadvies ‘Niet alles kan overal’.
In juni 2019 bleek het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet langer toegepast mocht worden. Het Adviescollege Stikstofproblematiek heeft daarom onder leiding van Johan Remkes de opdracht gekregen een advies uit te brengen.
September 2019 werd het eerst rapport uitgebracht: ‘Niet alles kan’. Deze commissie gaf aan dat vooral in de buurt van natuurgebieden de stikstofneerslag omlaag moest. Landbouw en transport waren de sectoren waar de stikstof voornamelijk verminderd moest worden.
Naar aanleiding van dit eerste rapport zijn er maatregelen genomen. Zo moeten melkveehouders ander voer gebruiken met minder eiwit en wordt de warme saneringsregeling varkenshouderij uitgebreid. En de maximumsnelheid overdag ging omlaag naar 100 km.
Maar die toen genomen maatregelen zijn onvoldoende volgens het adviescollege: “Het streven van het kabinet om de stikstofuitstoot in 2030 met 26% te verminderen is niet genoeg. Willen de Natura-2000 gebieden in 2050 kunnen herstellen, dan moet in 2040 de uitstoot van stikstof onder een kritische grens zijn teruggebracht. In de praktijk betekent dit dat de uitstoot met minstens 50% moet verminderen.”
Het Adviescollege schrijft dat de vermindering van de stikstofuitstoot per provincie zou moeten worden geregeld, afhankelijk van de staat van de Natura 2000-gebieden. Die aanpak kan gericht zijn op enerzijds natuurherstel, en anderzijds het verminderen van gebied specifieke emissies.
Bron: @ Groenkennisnet