Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft in het rapport Kansrijk landbouw- en voedselbeleid op basis van het politieke en maatschappelijke debat een breed spectrum aan mogelijke beleidsmaatregelen geïnventariseerd en geanalyseerd op effectiviteit, uitvoerbaarheid en juridische legitimiteit. Er zijn 27 beleidsmaatregelen beschouwd in de kernthema’s gezond en duurzaam voedsel, het sluiten van kringlopen, de balans tussen landbouw en natuur en het duurzaam verdienvermogen in de landbouw. Uit het rapport blijkt dat er geen laaghangend fruit is, dat wil zeggen dat geen van de maatregelen positief werkt voor alle beschouwde opgaven op het gebied van de leefomgeving, de economie en sociale aspecten, en tegelijkertijd gemakkelijk te nemen is. Welke maatregelen met welke effecten het meest relevant zijn om problemen binnen het landbouw- en voedselsysteem op te lossen is een politieke keuze.
Het PBL heeft vier maatschappelijke perspectieven op landbouw- en voedselbeleid gehanteerd bij het selecteren van (typen) beleidsmaatregelen. Het perspectief van de georganiseerde samenleving benadrukt dat het landelijk gebied meer gebruiksfuncties heeft en vindt sterke overheidsregie en regelgeving noodzakelijk. In de ondernemende samenleving staat ondernemerschap centraal als drijvende kracht. In de bestendigende samenleving zien boeren en burgers graag meer steun van de overheid maar ook minder dwingende regels. In de wederkerige samenleving stimuleert de overheid de verbinding en samenwerking tussen landbouw en natuur.
De 27 mogelijke beleidsmaatregelen zijn beoordeeld op effectiviteit, uitvoerbaarheid en legitimiteit om doelen te bereiken op vier actuele thema’s:
1. gezond en duurzaam voedsel;
2. het sluiten van kringlopen;
3. landbouw en natuur in balans;
4. het duurzaam verdienvermogen in de landbouw.
Het gaat om een kwalitatieve analyse. Duidelijk is dat geen van de uitgewerkte maatregelen makkelijk te nemen is of op alle doelstellingen positief uitwerkt. De concrete invulling van maatregelen is uiteindelijk bepalend voor de precieze uitwerking ervan op de beschouwde thema’s.
De beschreven maatregelen in het rapport zijn afzonderlijk geanalyseerd. De effectiviteit van één maatregel hangt in de praktijk wel sterk af van de samenhang met andere maatregelen. Als bijvoorbeeld de emissies van stikstof en gewasbeschermingsmiddelen hoog zijn, zijn natuurmaatregelen weinig effectief. Maatregelen gericht op een gezonder en duurzamer eetpatroon kunnen elkaar versterken. Ook gebiedsgerichte projecten waarin bewustwording, begeleiding, subsidiemogelijkheden voor investeringen en ook regelgeving gecombineerd worden, kunnen leiden tot een groter effect op de leefomgeving en volksgezondheid. Afhankelijk van de nationale invulling van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid kunnen de inkomens van (groepen van) agrariërs hierop meeliften.
Bron: © PBL