DSM opende begin april in Delft een nieuw, hypermodern biotechnologie center. Met het center vergroot het bedrijf de capaciteit van biotechnologisch onderzoek en ontwikkeling van toepassingen in voeding en voedingsmiddelen, diervoer, bio-brandstoffen, farma en biobased materialen.
De voltooiing van het nieuwe biotechnologiecenter is onderdeel van DSM’s investeringsprogramma van € 100 miljoen in uitbreiding van onderzoek en ontwikkelingsfaciliteiten in Nederland, dat in 2013 is gestart. Het center huisvest een breed gamma aan biotechnologiespecialisaties onder één dak. In dit innovatiecluster bouwen meer dan 400 onderzoek- en ontwikkelingsexperts voort op een solide traditie van meer dan 150 jaar fermentatie en biotechnologische innovatie in Delft. Het vormt het hart van Biotech Campus Delft; een initiatief van, de Technische Universiteit Delft, de gemeente Delft, de provincie Zuid-Holland en DSM Delft.
De afgelopen jaren is de site in Delft al uitgebreid met onder meer een groot, modern voeding- en applicatiecenter en samen met andere industriepartijen is er geïnvesteerd in een hypermoderne fermentatie proeffabriek. Daarnaast is het een belangrijke industriële productiesite voor onder meer halffabricaten voor antibiotica, gistextracten en smaakstoffen.
Het begon allemaal in 1869 met de Nederlandsche Gist en Spiritusfabriek. Sindsdien vonden veel in Delft ontwikkelde innovaties hun weg naar de maatschappij. Denk daarbij aan een productiestam en een proces voor de grootschalige productie van penicilline, waarmee sinds de Tweede Wereldoorlog miljoenen levens werden gered, het natuurlijke schimmelwerende conserveermiddel natamycine dat op grote schaal gebruikt wordt om uiteenlopende levensmiddelen tegen bederf te beschermen. DSM's wetenschap zit ook achter de tweede generatie biobrandstoffen. Hiervoor zetten ze conversietechnologieën, gisten en enzymen in om van landbouwresiduen ethanol te maken.
Momenteel wordt er in het nieuwe biotechnologiecentrum gewerkt aan innovaties zoals de productie van fermentatieve steviol glycociden (de caloriearme, zoetsmakende moleculen in de stevia plant) als antwoord op de wereldwijd groeiende vraag naar suikerarme voedingsmiddelen en dranken. Daarnaast ontwikkelden wetenschappers in het biotech-centrum een nieuwe technologie waarmee het oneetbare product dat bij de extractie van raapzaad- of canola-olie overblijft, wordt omgezet in een hoogwaardig plantaardig eiwit voor veelzijdige toepassingen in de levensmiddelenindustrie. Deze 'proteïnen van de toekomst' komen tegemoet aan de wereldwijd toenemende vraag naar proteïnen.
Source: © dsm