Verduurzaming heeft allang wortel geschoten in de foodsector. De redenen waarom bedrijven zich inzetten voor dierenwelzijn, suikerreductie of een eerlijke prijs voor de cacaoboer verschillen echter sterk. Dit varieert van intrinsiek gemotiveerd ’Goed doen voor de wereld’ tot volledig extern gestuurd: ‘Omdat de retailer het wil’ of ‘Omdat een NGO een fanatieke mediacampagne is gestart’.
Kleine en middelgrote foodbedrijven hebben een vaak latente behoefte aan een gecoördineerde aanpak van verduurzaming en een aansluiting op de bedrijfsstrategie. Kortom: Hoe draagt verduurzaming bij aan duurzame groei op (middel)lange termijn? In gesprekken met fabrikanten hoor ik vaak dat hun maatregelen op het gebied van verduurzaming een opeenstapeling is van verschillende - historische gegroeide - initiatieven en persoonlijke drijfveren van medewerkers. Dit maakt het voor buitenstaanders lastig te doorgronden en de resultaten te meten. Juist dat laatste wordt steeds belangrijker. Bedrijven die verduurzaming hebben verankerd in hun strategie presteren op termijn beter. Óók investeerders en financiers kijken steeds meer naar de groene balans van een onderneming. Dat er nu openlijk wordt gesproken op een belasting op CO2-uitstoot is maatgevend voor de versnelling die plaatsvindt in duurzaam denken en de dwingende praktische vertaling daarvan.
Een belangrijk startpunt voor een strategische aanpak van verduurzaming is het gebruik van de Sustainable Development Goals (SDGs) van de Verenigde Naties. Ze vormen de basis van het duurzaamheidsbeleid van vele retailers. Wereldwijd vertalen overheden deze doelstellingen in convenanten en regelgeving. In 2015 stelden de 193 lidstaten van de VN zich 17 doelen om voor 2030 onder meer honger de wereld uit te helpen, de aarde te beschermen en welvaart voor iedereen te bewerkstelligen. Als je deze doelen over verschillende sectoren heen legt – van voedsel tot kleding of energie – zie je waar doelen meer of minder impact hebben. Zeker voor de mondiaal georiënteerde foodsector zijn het er tamelijk veel.
No poverty (1): extreme armoede de wereld uit helpen, onder andere door groei van besteedbare inkomens. Denk aan boeren in ontwikkelingslanden een eerlijke prijs geven voor hun agrarische grondstoffen.
Zero hunger (2): iedereen toegang geven tot betaalbare voeding. Daar is onder andere een efficiënter en goedkoper voedselsysteem voor nodig.
Good health and well-being (3): onder meer reduceren wereldwijd gebruik van pesticiden.
Clean water and sanitation (6): efficiënt en zorgvuldig omgaan met drinkwater. Dit raakt agrarische grondstoffenproductie wereldwijd
Reduced Inequalities (10): onder meer een eerlijkere verdeling van welvaart in de wereld. Bijvoorbeeld door de inkomens van kleine boeren te verbeteren
Responsible consumption and production(12): efficiënt omgaan met grondstoffen. De voedselverspilling wereldwijd halveren.
Life below water (14): overbevissing tegengaan.
Life on land (15): bodemerosie tegengaan. Vruchtbaarheid grond intact houden en herstellen.
Kortom: het zijn behoorlijk veel én ambitieuze doelstellingen. Om deze te realiseren, is een gestructureerde opschaling van duurzame initiatieven nodig. Elk land richt daarbij haar focus op voor haar de meest relevante doelstellingen. De Nederlandse overheid wil bijvoorbeeld met het Nederlandse bedrijfsleven zorgen dat in 2030 50 procent van de primaire grondstoffen uit reststomen komt. Dit Grondstoffenakkoord is afgeleid van SDG 12: Responsible consumption and production. Maar ook wereldspelers, zoals Coca-Cola, Tesco, Ahold en Unilever, stellen hun eigen doelen vast in aansluiting op de SDG’s. Van de 30 grootste retailers en foodbedrijven benoemen 19 de Sustainable Development Goals expliciet in hun strategie of duurzaamheidsbeleid. Sterker nog: bij Unilever vormt verduurzaming zelfs de kern van hun strategie
Met je bedrijfsstrategie bijdragen aan alle development goals is een onmogelijke opgave. Neem dus kennis van de inhoud van de doelstellingen en bepaal dan waar je impact kunt bereiken met je keten, op welke doelen jij je richt om de wereld beter te maken. Ben je een mondiale speler die vis verhandelt en verwerkt? Dan kan je doel bijvoorbeeld het verbeteren van de financiële positie van lokale vissers in Afrika (doel 10) of het tegengaan van overbevissing (doel 14) zijn. Presenteer je aantoonbaar goed met het realiseren van de door jou gekozen SDG’s, dan draag je als fabrikant of handelsbedrijf niet alleen bij aan een betere wereld, maar heb je óók een duidelijk verifieerbaar vertaal. Zowel richting je afnemers en eindgebruikers als naar je toeleveranciers van grondstoffen.
Voor startende, innovatieve bedrijven zijn de SDG’s vaak het fundament van hun bestaansrecht. Zij zijn begonnen met het produceren van voedsel vanuit een purpose. Vanuit deze missie ontwikkelen zij zich verder. Bij veel bestaande ondernemingen lijkt deze aansluiting op SDG’s nog te ontbreken. Eenvoudigweg, omdat de tijd, aandacht en expertise ontbreken: er zijn immers veel urgente zaken die spelen. Dus goed om tijdens de volgende heisessie bij deze doelenstil te staan. Het praten over innovatie, productintroducties, promoties en een efficiënt machinepark voor costleadership blijft belangrijk, maar verduurzaming - en meer in het bijzonder de Suststainable Development Goals - is een onderwerp dat niet op de managementagenda mag ontbreken. Sterker nog, het is perfect te relateren aan andere initiatieven. Zo verstrekt een efficiënte en gerobotiseerde machinelijn niet alleen het costleadership, maar kan het ook verspilling tegengaan en de CO2-uitstoot reduceren. Maak verduurzaming zichtbaar, herkenbaar en meetbaar: het verstevigt de groene balans van elke onderneming.
Source: ©Hannie Verhoeven