Op koers naar toekomstbestendig verpakken
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Op koers naar toekomst­be­stendig verpakken

  • 08 maart 2021
  • Door: Judith Witte

Een voedingsproducent, een leverancier van verpakkingsfolie, een machinefabrikant en een automatiseerder, allemaal toevallig óók consument, schuiven samen aan in een zoom-meeting, om te praten over trends en ontwikkelingen in toekomstbestendig verpakken. 

Bij het verduurzamen van de verpakkingsketen zijn er drie belangrijke pijlers: reduce, replace en recycle. Toch is dat niet genoeg, zeker niet voor de food. Toekomstbestendige verpakkingsoplossingen voor voeding moeten aan veel eisen voldoen: functioneel zijn, de voedselveiligheid garanderen, voedselverspilling voorkomen, de houdbaarheid verlengen, de versheid van de producten optimaliseren. Soms staan de eisen haaks op elkaar. 

We praten erover met:

  • Bert Broos is Director Customer Relations bij Repak, gespecialiseerd in dieptrek verpakken.
  • Bert Verheij is directeur en Dick Kuperus salesmanager bij Global Flexibles, dat een breed gamma aan foliestructuren voor verpakkingen ontwikkelt en levert.
  • Rudi Holleboom is directeur bedrijfsvoering bij Hogeslag Olst, een modern verwerkingsbedrijf voor rundvlees dat levert aan de voorsnijders voor de retail en aan vleeswarenfabrikanten. 
  • Roy Meenderink, Business Development Food bij delaware, ICT-dienstverlener in de voedingsmiddelenindustrie. 

Ketenaanpak

Op 21 februari 2019 werd door overheid en bedrijfsleven het zogenaamde ‘Plastic-Pact’ gesloten. Het pact is ondertekend door individuele plastic-producerende en plastic-toepassende bedrijven, waaronder een aantal leden van de FNLI en het CBL. De ondertekenaars committeren zich aan een set bovenwettelijke en ambitieuze afspraken. Zo moet de hoeveelheid plastic die we in Nederland gebruiken, in 2025 met 20 procent zijn afgenomen en 70 procent van eenmalige plasticproducten moet over vier jaar hoogwaardig gerecycled worden. Om die doelstellingen te behalen, is een ketenaanpak verreist, stelt het Pact. Ook het Brancheverduurzamingsplan van de FNLI trad voorjaar 2019 in werking. Daarmee streven álle leden naar zoveel mogelijk recyclebare voedselverpakkingen in 2025, een verantwoorde en duurzame inzet van grondstoffen en eenduidige en transparante consumenteninformatie over het recyclen of scheiden van verpakkingen. 

Replace: bedenk alternatieven

Bert Verheij (Global Flexibles). “Iedereen is zich ervan bewust dat er iets moet gebeuren. De retail heeft vorig jaar het Plastic Pact ondertekend. Dat betekent dat de leveranciers aan de retail in beweging moeten komen om de doelstellingen uit dat pact te halen. Afgelopen jaar kregen we uit verschillende hoeken vrijwel identieke aanvragen, met daarin alle specificaties waar die toekomstige verpakkingen aan moeten voldoen.”
“Ik verwacht daardoor ook wel meer organische verpakkingen, bijvoorbeeld van zeewier en olifantengras”, zegt Roy Meenderink (delaware). “Je kunt wel zeggen ‘de consument wil het niet betalen’, maar ik heb niet het idee dat ik daar als klant bewust in wordt meegenomen. Als een duurzame verpakking de standaard is, heb je als consument helemaal geen keuze.”
Dick Kuperus (Global Flexibles): “Toch blijft het een kwestie van per product bekijken wat mogelijk is. Voor het verpakken van bijvoorbeeld een rookworst is een monomateriaal niet altijd geschikt, omdat deze verpakking soms ook in kokend water goed moet blijven. De warmtebestendigheid van dat materiaal is lager. Ook voor sommige vettige en eiwitrijke producten zijn monomaterialen (zoals mono-Apet) niet geschikt. Vet en eiwit kunnen ervoor zorgen het niet goed sealbaar is. Daarvoor is een PE-laagje essentieel.”
“Klopt”, zegt Rudi Holleboom (Hogeslag Olst). “Daarom gaan wij ook niet over op monomaterialen. Onze verpakkingen moeten functioneel zijn. De kwaliteit van ons product is het allerbelangrijkst. We zijn ons vlees afgelopen jaren steeds beter gaan splitsen en verfijnen, en hebben geïnvesteerd in een nieuwe geautomatiseerde snij- en verpakkingslijn. Met onze huidige folies kunnen wij een houdbaarheid van ruim 35 dagen op technische delen en 17-30 dagen op gehakt product garanderen. Die termijnen zijn nodig, omdat onze klanten vlees op voorraad willen houden. De EVOH in de folie heeft een duidelijk doel. Het zorgt voor de noodzakelijke barrière om zuurstof buiten en MAP-gassen binnen de verpakking te houden. Vacuüm verpakken zoals wij dat doen, voorkomt ook vriesbrand van de producten. Kwaliteit staat voor ons voorop. De dozen waarin we het vlees aanleveren zijn van gecoat karton. Die coating is noodzakelijk, omdat ze in de koeling, maar ook in de vriezer zeker drie jaar, stevig moeten blijven.”
Global Flexibles wil graag voorop lopen in duurzame alternatieven. “Recyclebaar en liefst zo dun mogelijk, dat roepen wij al jaren”, zegt Bert Verheij. “Daarom blijven we innoveren. Onze nieuwste ontwikkeling is een recyclebare folie die de houdbaarheid én versheid kan verlengen. De eerste testen in een buitenlands laboratorium tonen aan dat het functioneert. We zitten nu middenin de praktijktesten. Nog even, en dan kunnen we er de markt mee op.”

Reduce

Een eenvoudige manier om de plastic berg te verminderen, is het verpakkingsmateriaal dunner maken. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. “Veel producenten denken dat een dunner materiaal minder sterk is,” reageert Bert Broos (Repak). “Bij een dieptrekverpakking rekt het materiaal bij de hoeken het meest op; daar is de verpakking dus vaak dunner. Is het er té dun, dan kan de verpakking daar gaan scheuren. Wij hebben dat opgelost met een uniek vormsysteem ‘Rapid Air Forming’. Het zorgt ervoor dat er in de hoeken tijdens het vormen extra foliemateriaal komt, voor extra stevigheid. Daardoor kun je voor het geheel toch een dunnere folie toepassen.”
“Folie ziet men enerzijds als een noodzakelijk kwaad, anderzijds is het een zeer kritisch onderdeel van het eindproduct”, zegt Dick Kuperus. “Een goede verpakking veranderen doe je niet zo snel, niemand durft er zijn handen aan te branden. Als het op een of andere manier niet goed uitpakt, heb je een probleem. Heel vaak staat de dikte van een folie helemaal niet ter discussie. Over het waarom hoor ik geregeld: ‘Geen idee. Het is altijd deze dikte geweest’. Soms is een dikker materiaal wél een bewuste keuze, al heeft dat dan lang niet altijd een link met de functionaliteit ervan. Een dunnere verpakking wordt vaak onnodig geassocieerd met een inferieur product, een degelijke verpakking staat voor kwaliteit. Sinds een jaar of drie staat men wel meer open voor alternatieven. Dan stuiten we op het volgende probleem: dunner is niet altijd voordeliger. En het mag vooral niet méér gaan kosten!”
Rudi Holleboom: “We hebben onlangs nog gekeken naar mogelijkheden om verpakkingsmateriaal te reduceren. Zo zouden we hele kratten kunnen verpakken; dan hoeven we alleen de bovenlaag te sealen. Dan moeten we wel andere kratten kopen en nieuwe verpakkingsmachines. Dat zijn grote investeringen. Onze ervaring is dat onze klanten niet bereid zijn meer te betalen voor een duurzamere verpakking als deze alleen kosten toevoegt.”
Nieuwe verpakkingsmachines zijn gelukkig niet áltijd nodig: met eenvoudige wijzigingen van enkele parameters en instellingen, draaien de meeste verpakkingsmachines prima op dunnere folies. Bert Broos: “Mocht een klant daar toch onzeker over zijn, dan testen we het materiaal op een machine in onze fabriek. Vaak doen we dat zelfs in samenspraak met de foliefabrikant. Soms moeten wij parameters of mallen aanpassen, of de foliefabrikant besluit de receptuur te finetunen om het materiaal nog  beter vormbaar, sealbaar, of peelbaar te maken. Het is een wisselwerking. Dit zijn hele leuke processen.”

Hoe dan ook, er valt nog veel te winnen in reductie van verpakkingsmateriaal, daar is Bert Verheij vast van overtuigd. “Hoeveel voorbeelden wil je hebben?” lacht hij. “Denk aan de potten voor medicijnen en vitaminepreparaten. Vaak zit er maar een heel klein laagje pillen in zo’n dikwandige pot; daar hoor je niemand over. Of kijk naar snoep- en broodverpakkingen, en naar doordrukstrips waar de inhoud veel efficiënter in kan. Er zijn talloze verpakkingen die kleiner, dunner of enkellaags kunnen.” 

Efficiency

“Reductie van materiaal is ook te realiseren door nog efficiënter te produceren”, stelt Bert Broos (Repak). ”Wij krijgen veel vragen over het verbeteren van de lijnefficiency: ‘Hoe kunnen we de machine als onderdeel van een totale lijn zo efficiënt mogelijk laten draaien, met zo min mogelijk machinestops? Wisselen van verpakkingsafmetingen en/of -materiaal moet zo snel mogelijk, veilig en ergonomisch verantwoord gebeuren. Daarvoor hebben we snel-wisselsystemen. En we bouwen op dit moment aan een nieuwe machinegeneratie met een compleet nieuwe besturing, nóg meer gericht op het uitwisselen van data die helpt om de planning in de fabriek te optimaliseren.”
“Steeds als je je machine moet ombouwen voor een nieuwe productierun, heb je te maken met een stukje afval op de lijn” beaamt Roy Meenderink (delaware). “Als je dit strakker kan plannen, levert dat niet alleen kostenbesparing op, maar dus ook minder afval. ICT is daarbij onmisbaar. Voordat je kunt verbeteren, moet je meten wat je doet. De ERP-oplossing van delaware is een pakket waarbij echt álle applicaties in één systeem zitten. Het moet werken, dat staat bij ons met stip op één.”
Bert Broos lacht: “Datzelfde geldt voor de verpakkingsmachine. Het sluitstuk van een lijn mag nooit de bottleneck worden. Hij moet gewoon draaien. Door corona is het nu lastiger om fysiek service te verlenen als dat nodig is. Als alternatief hebben we instructievideo’s gemaakt. Verder zijn we bezig met het opzetten van live-videoverbindingen voor servicemonteurs.”
Roy Meenderink: “Ik ben heel erg van het standaardiseren, dat zou de industrie veel kosten besparen en maakt data gestuurd produceren mogelijk, door de hele keten heen. Kies een standaard voor de verpakkingen die je op de markt wil zetten, voor hoe je machines bouwt en voor de software waarop die draait. Dat maakt het veel eenvoudiger om verschillende applicaties onderling aan elkaar te koppelen. Data vastleggen is in de meeste systemen het probleem niet. De uitdaging is die data goed te verwerken en beschikbaar te maken. De meeste machines hangen al aan het internet, maar iedereen bewaakt zijn eigen data. Pas als die onderling wordt gedeeld, kunnen we écht stappen maken in vraag-gestuurd produceren. Met als resultaat: minder plastic en minder voedselverspilling.”

Recycle

Reduceren, vervangen en meer efficiency; het zijn de stappen die vooruitstrevende bedrijven in de branche al nemen. Maar daarmee zijn we er niet, vindt Bert Broos: “We moeten niet alleen aan de voorkant, maar ook aan de achterkant duurzaam zijn. Het meeste verpakkingsmateriaal gaat nu nog steeds de verbrandingsoven in.”
“Dat komt omdat het voor de consument vaak volstrekt onduidelijk is in welke afvalstroom een verpakking moet,” zegt Rudi Holleboom.
“Daarom ben ik ook zo tegen die composteerbare materialen die op plastic lijken”, reageert Bert Verheij. “Kijk, Dick en ik zijn foliegek, wij hóren aan het materiaal wat het is. De meeste mensen herkennen het echter niet. Soms staat het er ergens in piepkleine lettertjes op. Dat leest niemand toch? Ook binnen Europa zijn de regels niet eenduidig en heerst er verwarring. We verkopen een recyclebaar dieptrekmateriaal met EVOH als barrièrelaag, Solopack. In Engeland mag folie met EVOH niet aangeboden worden ter recycling, in Nederland wel. Een ander materiaal, OPP/PE, wordt in Duitsland wel, maar in Nederland weer niet als recyclebaar geacht.”
Dick Kuperus: “Kortom, het traject ná het gebruik is nog niet goed geregeld. De overheid moet hier meer sturing aan geven. Misschien lukt het als er meer mono-materialen komen. Nu is er simpelweg te weinig aanbod in gedifferentieerde materialen en het uitsorteren en recyclen levert afvalverwerkers commercieel niet voldoende op.”
Bert Verheij: “De communicatie moet niet alleen vanuit de overheid komen, Dick. Ik denk dat ook wij hierover meer en beter moeten communiceren. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Daarom adviseren wij onze klanten, zodat in elk geval wel de goede weg kan worden ingeslagen.”
De mannen knikken; daarover zijn ze het allemaal wel eens. Maar waar begin je? Op scholen? Overheidscampagnes? De retail? “Ik vraag me af of het zal werken”, geeft Rudi Holleboom aan. “Vroeger zaten de kroketten in een simpel golfkartonnen doosje, dat voldeed prima. Nu koop je ze in een luxe full-colour bedrukte verpakking. De consument kiest in de winkel toch steeds voor die mooie, luxe verpakkingen. Ofwel: wat de consument zégt te willen en weet wat verstandig is, en wat hij in de praktijk laat zien, is heel vaak tegenstrijdig aan elkaar.”
“Precies,” zegt Bert Broos. “Zo is het ook met het verminderen van plastic. Afgelopen jaar, met de coronapandemie, is men juist massaal, begrijpelijk uit hygiënisch oogpunt, de voorkeur gaan geven aan voorverpakte producten.” 

Het roer moet om, zoveel is wel duidelijk. Dat het schip, middenin in de transitie, zomaar van koers kan veranderen, maakt het er niet eenvoudiger op. 

Beeld verpakkingslijn: © itsanan/Shutterstock.com, beeld appels: © Stockwars/Shutterstock.com, beeld recycle: © Antonsan/Shutterstock.com

Bron: Vakblad Voedingsindustrie 2021